Toelichting ratio's

Op deze pagina geven wij een toelichting op de ratio´s in de gepresenteerde pitches.

Solvabiliteit

De solvabiliteitsratio geeft inzicht in de verhouding tussen het eigen vermogen en het totale vermogen. Onder eigen vermogen verstaat HCB, naast ingebrachte eigen middelen, ook verstrekte achtergestelde leningen. Achtergestelde leningen worden door HCB alleen als achtergesteld geclassificeerd indien de aflossingen op de verstrekte lening ook achtergesteld zijn op de te verstrekken lening door HCB. Er mag dus niet zonder schriftelijke verstrekte toestemming afgelost worden op achtergestelde leningen voordat de lening van HCB volledig is afgelost. Op een achtergestelde lening mag wel rente worden vergoed door de leningnemer. Ook ten aanzien van zekerheden is de achtergestelde leningverstrekker achtergesteld. 

HCB hanteert in principe een minimale solvabiliteitsratio van 20%. Dit is mede afhankelijk van het balanstotaal van de onderneming. Bij kleinere leningaanvragen is het ingebrachte eigen vermogen in absolute zin (euro´s) minder hoog dan bij grotere aanvragen. De 20% is dus niet heilig. Bij kleinere leningaanvragen vragen wij veelal een hogere eigen inbreng, HCB vindt het cruciaal (zeker bij starters) dat de ondernemer zelf ook de financiële consequenties voelt bij tegenvallende financiële prestaties. Daarnaast beoordelen wij bij starters ook in hoeverre de ondernemer op basis van historisch inkomen een wezenlijk bedrag heeft ´gespaard´ om de ondernemersambities te gaan verwezenlijken. Hieruit herleiden wij de motivatie van de ondernemer(s). Indien er helemaal geen eigen middelen worden ingebracht en de solvabiliteitseis theoretisch wordt behaald met uitsluitend achtergestelde leningen, dan kunnen wij de aanvraag niet honoreren.

De solvabiliteit zal bij aanvang veelal lager liggen dan op de langere termijn. Winsten komen (bij verantwoorde privé onttrekkingen of dividend uitkeringen) ten goede aan het eigen vermogen van de onderneming. Als de exploitatie later in het jaar aanvangt, dan is het niet vreemd als de solvabiliteit na jaar 1 een daling laat zien want in het eerste exploitatiejaar liggen de kosten naar verhouding hoger dan in de jaren erop. Aanloopkosten worden door HCB meegenomen in de financiering. 

Het kan zijn (bij een bestaande onderneming) dat er sprake is van een negatief eigen vermogen. Voor HCB is dat niet direct een aanleiding om een aanvraag af te wijzen. De totstandkoming van het negatieve eigen vermogen speelt bij de uiteindelijke beoordeling ook een rol. Zo kan het zijn dat de waarde van de vaste activa niet meer de werkelijke waarde vertegenwoordigt van de bezitting. Dit kan bijvoorbeeld het geval zijn als een onderneming al vele jaren exploiteert en de goodwill en inventaris inmiddels zijn afgeschreven in combinatie met bijvoorbeeld een verlies jaar in de exploitatie. De ondernemer kan dan besluiten om de activa opnieuw te laten waarderen en deze waardering op de balans te plaatsen. Deze ´kostbare´ herwaardering kan bij twijfel worden vereist. HCB heeft echter voldoende expertise in de sector om een inschatting te kunnen maken van de goodwill waarde van een horeca-onderneming.

Liquiditeit

De liquiditeitsratio (current ratio) is de verhouding tussen de vlottende activa en de vlottende passiva. Deze ratio geeft weer in hoeverre de onderneming in staat is om aan haar kortlopende betalingsverplichtingen kan voldoen. HCB neemt hierbij de rente-en aflossingsverplichtingen van het betreffende jaar uiteraard ook mee in het saldo van de vlottende passiva. Indien er sprake is van een positieve ratio dan betekent dit dat op basis van geprognosticeerde resultaten de onderneming over voldoende kortlopende activa beschikt om de kortlopende schulden (passiva) te voldoen. 

Totale schuld/EBITDA

Bij deze ratio wordt bekeken wat de verhouding is tussen de totale schuld van de onderneming en de geprognosticeerde EBITDA van de onderneming. De EBITDA is het resultaat voor rente, afschrijvingen en belastingen. De EBITDA wordt ook relatief vaak gebruikt bij het waarderen van horeca-ondernemingen. De EBITDA zegt tenslotte iets over de mate waarin aan de langlopende financieringsverplichtingen kan worden voldaan. HCB vindt waardes onder de ´5´ acceptabel (afhankelijk van het deelsegment). Bij aanvang kan deze ratio wezenlijk afwijken van de ´norm´. Dat is logisch. Een EBITDA in het aanvangsjaar kan tenslotte negatief zijn, vanwege aanloop-/opstartkosten. Voorbeeld: een onderneming start in november van een jaar. De schuld is bij aanvang 300.000 euro. Omdat er (nagenoeg) geen omzet wordt gerealiseerd in het opstartjaar is de geprognotiseerde EBITDA nihil of zelfs negatief. 

HCB Loan Coverage Ratio

De HCB Loan Coverage Ratio geeft de verhouding weer tussen de geprognosticeerde beschikbare saldi aan liquide middelen en de rente- en aflossingsverplichtingen van de te verstrekken lening. Deze ratio vormt voor HCB één van de belangrijkste beoordelingscriteria. Het zegt tenslotte iets over de mate waarin de onderneming voldoende liquide is om aan de korte en langlopende financieringsverplichtingen te kunnen voldoen. Het saldo aan liquide middelden rolt uit de liquiditeitsprognose. De ratio dient uiteraard altijd hoger te zijn dan ´0´ euro. Des te hoger de waarde des te groter is de kans dat, op basis van de prognoses, de onderneming aan haar verplichtingen kan voldoen. Ook bij eventuele tegenvallers. Voorbeeld: een onderneming heeft een maandelijkse rente- en aflossingsverplichting van 4.000 euro.  Op jaarbasis is dit 48.000 euro. Deze verplichtingen staan uiteraard in de liquiditeitsbegroting. Aan het einde van het exploitatiejaar blijkt de onderneming over nog 48.000 euro aan liquide middelen te beschikken (na betaling van rente en aflossingen'. De HCB LCV is dan ´1´. De onderneming heeft namelijk nog 1 jaar aan rente en aflossingsverplichtingen liquide op dat moment.